EMMEN/ASSEN - Vandaag eiste de officier van justitie gevangenisstraffen en werkstraffen tegen vier jongeren die ervan verdacht worden in de periode september tot en met november 2020 in Zuid-Oost Drenthe geweldsfeiten te hebben gepleegd in het kader van zogenoemde ‘pedojacht’.


De verdachten menen zich op een datingsite voorgedaan te hebben als minderjarige, omdat ze mensen wilden aanspreken op hun gedrag, want “de mensen met wie ze een date maakten, waren gewoon verkeerd bezig”, aldus verdachten. Die moesten bang gemaakt worden, zodat ze ermee zouden stoppen. Dat aanspreken op gedrag mondde echter steeds vaker uit in geweld, soms grof geweld.

Verdachten verklaarden bij de politie dat ze vonden dat hun slachtoffers een lesje moest worden geleerd. Ze vonden dat ze opkwamen voor en in het belang van de maatschappij. De officier: “Ze hebben het mis. Daar hebben we de politie voor. Voor zover ze al goede en zuivere intenties hadden, is dat volledig misgelopen door de scheldpartijen, het geweld en door bij het constateren van een eventuele misstand niet gewoon de politie te bellen. Ze hebben voor eigen rechter gespeeld en dat niet één keer, maar meerdere keren.”

Het OM spreekt van heftig geweld, waar de lichamelijk integriteit van de slachtoffers heftig is geschonden. Ze werden door meerdere personen aangesproken op hun vermeende gedrag of intenties, ze werden gefilmd en vervolgens geslagen en geschopt. Het is daarbij volgens het OM planmatig gebeurd. Ze spraken af op locaties waar niet te veel mensen komen, wachtten soms deels heimelijk in de bosjes om te zorgen voor een overvaltactiek en als er een keer iemand dreigde te ontsnappen, werd hij zelfs met de auto achterna gezeten om hem in de bosjes te gaan zoeken. Één persoon werd op de grond geduwd en, terwijl hij weer omhoog probeerde te komen, met een genadeloos harde schop tegen zijn hoofd knock-out geschopt. Vervolgens werd ook nog zijn auto vernield waarna ze snel vertrokken.

De officier: “De verdachten hebben met zijn vieren iemand voor dood achtergelaten en waren opgelucht dat de politie kwam toen zij zelf vertrokken waren. Daardoor wisten ze dat het slachtoffer het had overleefd. Dat was geenszins aan henzelf te danken. Er werden door hen geen hulpdiensten ingeschakeld of op een andere manier voor hulp gezorgd. Niet te bevatten hoe hun acties verschrikkelijk uit de hand zijn gelopen en ook: hoe dit nog heel anders had kunnen aflopen. Dit reken ik de verdachten zwaar aan.”

Bij het bepalen van de strafmaat houdt de officier rekening met ieders rol en persoonlijke omstandigheden. Een van de verdachten heeft ervaring met vechten als kickbokser. De officier rekent het hem zwaar aan dat juist hij het voortouw heeft genomen in de meeste incidenten en het meeste geweld heeft toegepast. Hij hoort 30 maanden gevangenisstraf tegen zich eisen, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Tegen de andere verdachten eiste de officier 12 maanden gevangenisstraf, waarvan negen maanden voorwaardelijk + een werkstraf van 240 uur, een werkstraf van 200 uur en een werkstraf van 80 uur. Wat het OM betreft maakt een leerstraf van 40 uur deel uit van de werkstraffen.