VALTHERMOND - Op 16 september 2019 vond op de kruising van de Drentse Mondenweg (N379) met de Valtherdijk te Valthermond een ernstig verkeersongeval plaats. De verdachte, die reed op de N379 die een voorrangsweg is, is daarbij met zijn Land Rover tegen de Mercedes van de slachtoffers gebotst. Beide slachtoffers zijn door dit verkeersongeval overleden. De rechtbank oordeelt dat door het gedrag van verdachte gevaar op de weg werd veroorzaakt maar spreekt hem vrij van het primair ten laste gelegde: roekeloos, zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag. Aan de verdachte wordt een geldboete van 1000 euro en een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden opgelegd.


Indicatie van gereden snelheid
Uit de analyse van de airbagmodule van de Land Rover van verdachte komt naar voren dat deze op het moment van de botsing met de Mercedes zou hebben gereden met een snelheid van maximaal 131 km/u en minimaal 128 km/u.

In het proces-verbaal Voertuiguitlezing is vermeld dat het voertuig van verdachte niet op de gebruikelijke wijze kon worden uitgelezen. Om deze reden heeft onderzoek in de data van de airbagmodule plaatsgevonden door de Franse fabrikant van de module. De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat het desbetreffende onderzoeksrapport en de naar aanleiding daarvan opgemaakte analyse de enige bron is voor de (aangenomen) snelheid waarmee verdachte zou hebben gereden. Validatie door het NFI van het Franse onderzoek heeft niet plaatsgevonden. Derhalve is niet vastgesteld door een onafhankelijke deskundige of het onderzoek in de data van de airbagmodule op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Mede gelet op de discrepantie tussen de analyse, neergelegd in enerzijds het proces-verbaal Voertuiguitlezing en anderzijds het proces-verbaal VerkeersOngevalsAnalyse over het gebruik van de autogordel door de bestuurder van de Land Rover (verdachte), en voorts gelet op de consequente verklaring van verdachte dat hij weliswaar te hard heeft gereden maar niet zo hard als het onderzoek aan de airbagmodule zou hebben uitgewezen, ziet de rechtbank aanleiding om de uitkomst van het rapport slechts te beschouwen als een indicatie van de door verdachte gereden snelheid. De rechtbank neemt hierbij voorts in aanmerking dat een getuige was opgevallen dat de auto (van verdachte) heel snel dichterbij kwam en dat zij het vermoeden had dat de auto veel sneller reed dan de toegestane 80 km per uur.

Verwijtbaarheid
De rechtbank stelt vast dat in de onderhavige zaak sprake is van één op zichzelf staande verkeersfout. Verdachte heeft gereden met een aanzienlijk hogere snelheid dan ter plaatse is toegestaan. Een dergelijke verkeersfout is echter niet per definitie aan te merken als zo ernstig van aard dat daaruit geconcludeerd kan worden dat er sprake is van schuld als bedoeld in artikel 6 WVW (Wegenverkeerswet). Van bijkomende verkeersfouten of andere feiten en omstandigheden die meebrengen dat aan verdachte een schuldverwijt in de zin van artikel 6 WVW kan worden gemaakt, is niet gebleken. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van het primair tenlastegelegde.

De rechtbank is wel van oordeel dat door het gedrag van verdachte gevaar op de weg werd veroorzaakt in de zin van artikel 5 WVW.Van belang is vast te stellen dat een veel geringere verkeersfout voldoende is om tot bewezenverklaring van dit wetsartikel te kunnen komen dan het geval is bij artikel 6 WVW. Verdachte heeft aanzienlijk harder gereden dan ter plekke was toegestaan. Indien verdachte zich aan de maximumsnelheid van 80 km/u had gehouden, had hij -ondanks het feit dat de slachtoffers hem voorrang hadden moeten verlenen- een botsing mogelijk kunnen voorkomen of had deze een geringere impact gehad.Daarmee is er naar het oordeel van de rechtbank dus wel sprake van een zekere mate van verwijtbaarheid bij verdachte, voldoende voor het kunnen bewijzen van een overtreding van artikel 5 WVW.